REKENWONDER

Toen ik vóór Kerona (of het erna is verbeterd weet ik niet) in de Kruidvat kwam om een kadobon te kopen van €50 en de medewerkster me met droge ogen vertelde “dat ze helaas alleen bonnen ter waarde van €20, €15, en €10 hadden”, bleef ik haar aankijken of ze me nou in de zeik zat te nemen of totdat het kwartje zou vallen.

Aangezien beide niet scheen te gebeuren voor ik 100 gram zou wegen, opperde ik voorzichtig dat ze me er in dat geval ook twee van €20 en een van €10 kon geven, of twee van €15 en een van €20 … anyway, you do the math.

Als oorspronkelijke kroegtijgerin heb ik doorgaans veel begrip voor en empathie naar verkopers en andere serviceverleners in winkels en supermarkten, wetende hoe irritant en soms onbeschoft klanten en andere hangjassen op een drukke dag kunnen zijn, maar als ik ergens €31,90 moet afrekenen en ik vijftig euro overhandig, waar ik, nadat de caissière op de kassa al €50 heeft ingevoerd, er twee euro bij geef waarna zij me vervolgens met een lege “computer says (I don’t k)no(w)” blik blijft aanstaren, dan verlies zelfs ik mijn geduld.

Ik weet heus wel dat tijden veranderen en dat je vroegâh toen de basisschool nog gewoon klassen had in plaats van groepen, de tafels van 1 tot en met 10 -soms tot tranen aan toe- in je kop moest stampen, zodat ik nu nog als je me ‘s nachts wakker maakt -niet aan te raden overigens- je nog steeds kan vertellen (nadat ik je op je bek heb geslagen) dat 7 x 8 natuurlijk 56 is. 

Toen Jip leerde rekenen, werd er niet gestampt, maar werkten ze met “methodes”, omdat “niet elk kind hetzelfde was en dus op eenzelfde manier kon leren”, wat uiteraard heel fijn is geweest voor Jip en zijn generatiegenoten, alleen heeft Jip hierdoor nooit fatsoenlijk leren hoofdrekenen en er is naar mijn idee nog nooit iemand dood gegaan aan tafels uit je hoofd leren.

Nou klinkt het net alsof ik zo’n rekenwonder ben, maar dat is echt niet zo. Sterker nog, ik ben in de zesde klas van het gymnasium na mijn examen Economie II de boeken in gegaan met het laagstbehaalde cijfer ooit, namelijk een 1,9.

Dat had er wellicht mee te maken dat ik vanaf het begin van het jaar had besloten alle economie-lessen te spijbelen, te beginnen met de allereerste les, waar absentie van een leerling doorgaans werd afgedaan als een administratieve fout en ik zodoende mijn zelfverworven tussenuren nuttig besteedde aan stiekem blowen in het bos.

Dat had dan ook ten gevolg dat ik op het Centraal Schriftelijk echt helemaal niets wist en bij elke vraag maar wat raadde of zomaar wat opschreef. Gelukkig kreeg je alleen voor het invullen van je naam al een halve punt en nadat was gebleken dat het economie examen landelijk heel slecht was gemaakt, kreeg iedereen nog een vol punt erbij, hence de 1,9. Uiteindelijk heb ik dus een netto score van 0,4 behaald.

Reden te meer om de handdoek vroegtijdig in de ring te gooien en voor een jaar te emigreren naar Australië.

Toch lijkt het me niet verkeerd om net zoals bijvoorbeeld barista’s periodiek een opfriscursus moeten doen, barpersoneel hun tapvaardigheden worden getest en ouderen (of mensen die al lange tijd niet gereden hebben) opnieuw rij-examen moeten doen, om verkoop- en servicemedewerkers die met geld te maken hebben, jaarlijks een opfriscursus in hoofdrekenen te laten doen, zodat ze leren optellen en aftrekken en zodat ze dan weer fatsoenlijk geld kunnen teruggeven. “Met 20 cent maakt vijf euro, plus vijftien euro is twintig euro, alstublieft, bedankt, fijne dag !”

Tel uit je winst !