29 aug 2008, 03:50
Al probeer ik het gelukzalige, ongedwongen, heerlijk ontspannen ritme van de zomervakantie vast te houden door ‘s daags om twee uur in de middag een fles rose te ontkurken, is het inmiddels allang niet meer hetzelfde. We zijn weer overgegaan tot de orde van de dag en dat valt -zeker na die fles wijn- erg zwaar.
Jip is op een nieuwe school aan groep drie begonnen [waarom men ooit heeft verzonnen dat de eerste klas ineens groep drie moest heten snap ik nog steeds niet], en dat was natuurlijk heel spannend en zorgde voor huilbuien, zenuwachtig gedrag en bedplassen. Jip daarentegen had nergens last van. Hij liep de eerste dag de klas in, keek even rond en ging aan het bureautje zitten waar zijn naam op stond, zwaaide me gedag en zei :”Volgens mij moet jij nu weg, mam”. Geen hartverscheurende taferelen, nog niet eens een enkel traantje, godverdomme. Mijn teleurstelling verbergend, keerde ik met staart tussen de benen terug naar huis met het geruststellende idee dat ik zijn Aegon-spaarrekening beheer dus dat ik hem daarmee later nog emotioneel kan chanteren.
Het blijft iets prachtigs om je kind zo groot en onafhankelijk te zien worden, maar het liefst wil je hem als een luciferpoppetje in je zak bewaren en beschermen voor alle kwaad tot aan je dood.
De kunst van het loslaten leerde ik ook op een andere manier. Ik was het zat in de ziektewet en op mijn dikke reet te zitten, en na vele vruchteloze sollicitaties (ik ben zgn. “overgekwalificeerd”, haha, je moest eens zien hoe dom ik over kan komen) heb ik me aangemeld bij het CWI in de hoop dat ik zo aan een baan geholpen kon worden. Als ware het een slapstick kreeg ik een medewerker toegewezen, die niet alleen moeilijk ter been was, maar daarbij ook traag van begrip. Hij vertelde me dat ik realistisch moest zijn; geen al te hoge verwachtingen moest hebben van het verkrijgen van werk onder mijn CV-niveau . Want, zo legde hij me uit, als iemand uit bijvoorbeeld de advocatuur zou solliciteren naar een baan als bankschroefmedewerker in een fabriek, zou dat volgens hem logischerwijs niet serieus worden genomen. Een werkgever wil zich natuurlijk niet geintimideerd voelen. Al mijn (feministische) stekels gingen overeind staan. Ik was daar toch, in tegenstelling tot al die allochtonen die geen nederlands spreken en alleen hun uitkering komen opstrijken, een verfrissing omdat ik aangaf graag te willen werken en juist van die uitkering af te willen ? Maar ik trof weer zo’n ouderwetse incompetente lul.
Gelukkig kwam ik zonder te hebben gevochten thuis en las de Beau Monde waarin Sylvie Meis vertelde dat ze heus wel eens een ijsje at. En dat ze dan soms zelfs het hoorntje op at. Toen kon ik dingen weer relativeren. Je moet af en toe dingen los kunnen laten.