13 nov 2007, 01:40
Toen ik kanker kreeg wist ik dat ik mijn borsten behoorlijk nat moest gaan maken. Dat is me op zich best goed afgegaan; ik ben redelijk acceptabel uit de strijd gekomen.
De mensen die het daadwerkelijk opviel dat ik ineens geen haar meer had zijn op anderhalve hand te tellen. En dat ik niks meer ruik en half-blind ben is voor de onwetende buitenstaander ook geen bijzonder opvallend feit.
Je zou dus kunnen zeggen dat ik geluk heb (gehad) omdat ik niet dood ben gegaan, en dat ik over die onvermijdelijke bijwerkingen van la chemise niet moet zeuren (wat jammer is aangezien ik zeiken, ouwenelen, muggenziften en elfendertigen nou juist een hele leuke bezigheid vind).
Gisteren kreeg ik te horen dat ik in de vervroegde overgang ben geraakt. De afname van FSH en oestrogeen in mijn bloed verraadde dat. Nadat ik op theatrale wijze alle nadelen de revue heb laten passeren (geen kinderen meer, libido-vermindering, osteoperose, huidverslapping) deed ik mijn best om ook wat voordelen op te sommen. Geen vreetbuien meer voorafgaand aan PMS en tampon-bezuiniging was het enige waar ik zo snel op kon komen.
Mijn angst om een oud wijf te worden is bewaarheid. Ik. Een Oud Wijf. Dat zit te borduren achter een ebbenhouten raam, met sneeuw.
Ik wilde net een breitje op gaan zetten toen mijn buurvrouw bij mij wat Wachttorens kwam langsbrengen die mijn trouwe Jehova’s bij haar hadden afgegeven omdat ik niet thuis was (of oostindisch doof voor de bel).
“Voor dat jonge vrouwtje met dat lange haar”, hadden ze gezegd. Breinaalden en wol heb ik meteen maar in de kast gesmeten, dat kan nog wel een paar jaartjes wachten.
Dat geloof is zo gek nog niet.