AUTO

7 okt 2009, 19:12

Aangezien ik mijn eerste drie levensjaren in Korea heb doorgebracht en ik vervolgens letterlijk als een stinkend hoopje ellende mijn entree op Schiphol Airport maakte, kan het natuurlijk best dat ik vroeger een jongetje was. Misschien is door een van de vele ziektes die ik persoonlijk meebracht en Europa in verspreidde mijn piemeltje eraf gevallen, en hebben ze mij maar tot meisje verklaard in mijn paspoort. Over mijn geboortedatum hadden ze toch al net zo gemakkelijk gelogen. Het zou in elk geval een hoop verklaren.

Ik sta nooit langer dan vijf minuten onder de douche, ik zuip en vloek zonder reden, en ik betuig me van een uiterst sportieve rijstijl.

In Amsterdam en af en toe omstreken is het inmiddels een vertrouwd beeld. Een brandweerrood oldtimertje dat onder luid geclaxonneer en een permanent opgestoken vinger -welke niet de duim betreft- uit het raampje stekend persoonlijk de wachtlijsten van diverse verpleeghuizen aanzienlijk verkort. Natuurlijk stop ik, net als menig ander, ook wel eens voor rood licht of zebrapaden, maar als ik haast heb gelden mijn regels.

De reden dat ik niet met regelmaat achter mijn stuur vandaan word getrokken en op mijn bek wordt geslagen is dat ik alleen maar in strategisch gekozen vertederende oldtimertjes rij, zodat ik als ik weer eens rechts inhaal vanaf de uitvoegstrook ik na het zien van mijn toet-toet een vergoelijkend gebarend handje te zien krijg. Ga dan maar voor, meisje. Dat had ik als lelijk jongetje nooit voor elkaar gekregen.

Wat ook een voordeel is, is dat je met een leuk smoelend autootje ook minder snel een parkeerboete krijgt (jawel, dat is echt waar !). Nadeel is dat je evenwel een lekker wijf kan zitten te zijn in je schattige Fiatje, maar dat je nauwelijks serieus genomen wordt door oom agent. Zelfs als je de sterke snor der wet een grote bek geeft, staart deze terug met een nauwelijks verholen “nou, nou, mevrouwtje”. Dat weet ik uit eerste hand.

Toen ik eens met mijn Fiat 500 -met zonnedakje- op de snelweg tijdens een zeer stormachtige avond op de vluchtstrook stond te wachten tot de wind zou afnemen zodat deze geen vat meer zou hebben op mijn klepperdende zonnedak, waardoor ik mijn weg weer zou kunnen vervolgen zonder met auto en al te worden opgetild en een paar meter in willekeurige richting verderop weer te worden neergekwakt. In plaats van te vragen waarom ik daar überhaupt stond blafte die ene van de Village People mij toe dat ik “niet zomaar op de vluchtstrook mocht stilhouden”.

Toen ik met ferme bewoordingen opmerkte dat ik daar echt niet zomaar voor mijn eigen lol stilstond, trok de motormuis al tut-tuttend even een wenkbrauw op, en deelde me mee dat tevens een van mijn achterlichten het niet deed. “Ja, en mijn remmen ook niet. Doei !” riep ik langs de middelvinger weg uit het raampje. De wind was namelijk weer gaan liggen.

Het moge een wonder heten dat ik niet meer dan eens in mijn leven een boete heb gekregen voor het beledigen van een ambtenaar in functie.

Dat neemt niet weg dat ik me elke dag weer met frisse moed vuilbekkend en toeterend tussen de zwakzinnigen beweeg die het hebben gewaagd zich juist vandaag met mij in de periferie te mengen. Toen ik eens in de afgetrapte ouwe Opel Kadett van mijn afgetrapte ouwe ex al toeterend en bumperklevend een hinderlijk afremmende en dan weer optrekkende auto voor me met groot lichtsignalen opteerde dóór te rijden, trapte mijn beoogde slachtoffer vol op z’n rem en stapte briesend uit. Terwijl ik snel mijn portier op slot deed, vroeg de man mij vloekend wat ik nou moest, tot hij het raampje naderde en mij met mijn meest schijnheilige uitdrukking op mijn smoel en mijn knoopjes tot op mijn navel open aanzag en van pure schrik begon te stotteren. “N..n..niet meer d..d..d..doen !” Misschien ben ik toch een meisje.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *